Co Hettinga
(Gaanderen, 1921)
pelotonscommandant 1ste compagnie DNB
Een leven lang tegen onrecht
Co Hettinga is fel anti-nazi. Het boek ‘Wat Hitler wil!’ (E.O. Lorimer 1939) bevestigt hem daarin. Hij roept op geen gehoor te geven aan de aanmeldingsplicht voor de Arbeitszeinsatz. Hij sluit zich aan bij het verzet, de Landelijke Organisatie (LO) afdeling Terborg-Doetinchem.
Onder de schuilnaam ‘Cor’ vergadert hij met de leiders Tante Riek, Oom Piet en Ome Jan. Hij verspreidt illegale kranten zoals Vrij Nederland en Trouw, regelt bonkaarten en schuilplaatsen voor (Joodse) onderduikers en spoorwegstakers en saboteert Duitse spoorwagons in de buurt.
In september 1944 is hij lid van de gewapende verzetsgroep Knokploeg Aalten. Hij vormt een eigen lokaal peloton in het Strijdend Gedeelte van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Hij zit dan bij Bernard en Dora Prinzen van het Somsenhuus in IJzerlo, waar ook drie geallieerde piloten in onderduik zitten: Dell, Davis en Brown. Hij is een van de groepscommandanten van de verzetsgroep De Bark en hij spioneert.
Na de bevrijding is Co Hettinga gedurende drie maanden pelotonscommandant (een van de drie) van de eerste compagnie van het Dutch National Battalion. De compagnie staat onder commando van Jan Ket, die ook de leider was van De Bark.
Bij de opheffing van DNB komt hij in dienst van Defensie, tot mei 1948. Hettinga trouwt in 1951 met Let Huitink en samen krijgen zij vijf zonen en drie dochters. Hettinga is zijn verdere leven actief in het uitdragen van de gevaren van nationaalsocialisme en fascisme voor democratie en vrijheid, bij herdenkingen en in het onderwijs.
Co Hettinga overlijdt op 21 december 2012 in Gaanderen.







