Wimke Herfstink

In de vroege ochtend van 21 september 1943 voor het huis Patrimoniumstraat 21 is in Aalten een pakket neergelegd. Op dat adres woont verzetsleider Jan Wikkerink (Ome Jan) met zijn familie. Het pakketje blijkt een pasgeboren baby te zijn. De baby is het zoontje van Lena Jedwab-Kropveld en John Jedwab, de cantor (voorganger) van de Joodse gemeente van Aalten. Het echtpaar is sinds medio 1942 ondergedoken en heeft op een boerderij in Lintelo een schuilplaats gevonden. Het joodse kindje is daar in onderduik geboren maar kan er niet blijven omdat dat gevaarlijk is voor hen allemaal. Daarom hebben verzetsleden Jan Wikkerink en dokter Der Weduwen in overleg met de ouders besloten om het kindje bij de familie Wikkerink achter te laten, zodat het een veilige onderduikplek zou krijgen.

Een nieuwe naam en identiteit
De baby wordt drie dagen later door mevrouw Wikkerink als ‘Willem Herfstink’ opgegeven en met die naam in het geboorteregister van de gemeente Aalten ingeschreven. De naam is symbolisch gekozen. Willem, verwijst naar Koningin Wilhelmina, Herfstink naar de eerste dag van de herfst (21 september) en ink betekent ‘zoon van’. De dienstdoende dorpsdokter geeft – omdat de baby niet is besneden – de verklaring af dat het kind 100% Arisch (dus niet Joods) is. Wimke blijft de hele oorlog veilig bij de familie Wikkerink.

De hereniging na de oorlog
Na afloop van de oorlog kan Wimke terug naar zijn ouders. Hij krijgt dan ook zijn echte naam: Aron Jan Willem Jedwab. De naam Willem blijft echter bestaan en zijn tweede voornaam Jan verwijst naar zijn redder Jan Wikkerink. Koningin Wilhelmina komt direct na de oorlog naar Aalten naar het huis van de familie Wikkerink om deze te eren voor de daden in het verzet. Dochter Jo: “Ik zie Wilhelmina nog staan. Ze slaat mijn opa op zijn schouder en zegt: ‘Wikkerink, u heeft een dappere zoon’.” Jo trekt een jaar lang in bij de familie Jedwab in zodat Wimke kan wennen aan zijn nieuwe familie.

Meer lezen over dit verhaal:
https://euregio-history.net/nl/node/82

Uittreksel bevolkingsregister met de naam en latere aanpassing

Uittreksel bevolkingsregister met de naam en latere aanpassing

Wimke kan na de bevrijding terug naar zijn ouders Jedwab.

Wimke kan na de bevrijding terug naar zijn ouders Jedwab

Koningin Wilhelmina komt op bezoek bij de familie Wikkerink.

Koningin Wilhelmina komt op bezoek bij de familie Wikkerink

Het Nationaal Onderduikmuseum

Het Nationaal Onderduikmuseum vertelt met kleine verhalen van de bewoners van Markt 12 in Aalten de grote geschiedenis van verzet, onderduiken en vrijheid voor, tijdens en in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. De oorlog is interactief te beleven ‘onder een dak’, in een huis waar tegelijkertijd een gezin met twee kleine kinderen leefde, de Duitse Ortskommandant was ingekwartierd en onderduikers op zolder verstopt zaten. Bij bombardementen zocht de buurt toevlucht in de oude kelder. De onderduikplek en kelder zijn nog toegankelijk. Het museum gaat in op de keuzes en dilemma’s van gewone burgers en geeft ook een beeld van de bijzonderheden van het wonen en werken aan de Nederlands-Duitse grens. In Aalten waren relatief gezien de meeste onderduikers van Nederland (1 op de 5 inwoners).

Gelijkheid van geloof, ras en geaardheid is nog maar kortgeleden in ons land bevochten. Het pal blijven staan voor die waarden is ons uitgangspunt en bestaansrecht van het museum. Democratie is niet vanzelfsprekend!

Nationaal Onderduikmuseum
Te zien in het museum: Het kantoor van de Duitse Ortskommandant in de voorkamer

Te zien in het museum: Het kantoor van de Duitse Ortskommandant in de voorkamer

Gebrandschilderd raam Oosterkerk

Het gebrandschilderde gedenkraam in de Oosterkerk, ontworpen door kunstenaar Marius Richter, werd in 1946 geplaatst. Het raam werd geschonken als dank voor de bijzondere hulp die de Aaltense bevolking bood aan onderduikers. Ook de gemeenten Utrecht, Den Haag-Scheveningen, Rotterdam-Kralingen, kerkelijke gezindten en de Joodse gemeenschap droegen bij aan deze schenking.

Een raam vol symbolen
Het raam verbeeldt de hulp van de Aaltenaren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Symbolen tonen ook de terreur en vervolging door de nazi’s, de honger die mensen naar Aalten bracht en de wederopbouw na de oorlog. In het midden staan een boer en boerin, omringd door hongerende kinderen en een onderduiker. Aan weerszijden marcheren Duitse soldaten met bajonetten. Linksonder smeken uitgehongerde vrouwen en kinderen om hulp. Rechts keert een groep bevoorraad naar huis terug. Boven in het raam worden een metselaar en een ploegende boer afgebeeld als symbool voor de wederopbouw. Het geheel wordt verlicht door een brandende fakkel van de Nederlandse maagd met ontplooide vlag.

Bijzondere details en bijdragen
Het raam toont ook de hulp aan mensen en kinderen uit het Rotterdamse Kralingen. Aan de linkerzijde is het wapen van Scheveningen verwerkt, als symbool voor de opvang van 500 evacués. Daarnaast zijn de wapens van Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam zichtbaar, verwijzend naar belangrijke giften vanuit deze steden. De Davidsster staat symbool voor de dankbaarheid van de Joodse gemeenschap. De tekst uit Jesaja 16:3, ‘Verberg de verdrevene en vermeld de omzwervende niet’, inspireerde de Aaltenaren om onderduikers te helpen.

Gedenkraam in de Oosterkerk
Detail van het gedenkraam in de Oosterkerk

Detail van het gedenkraam in de Oosterkerk

De grens: Heelweg/Hellweg

Heelweg / Hellweg is de verbindende grensweg in het Nederlands Duitse tweelingdorp Dinxperlo/Suderwick, door bewoners omgedoopt tot ‘Dinxperwick’. Het bijzondere aan de straat is de ligging van de Hellweg/Heelweg, de ene kant inclusief de rijbaan is Nederlands en de andere kant ligt op Duits grondgebied. Dinxperlo (ca. 8.500 inwoners) en Suderwick (ca. 1.900 inwoners) is de nabuurschap tussen een Nederlands en een Duits dorp, die in Europa vrijwel ongeëvenaard is.

Samenwerking over grenzen heen
De gemeenten Bocholt en Aalten werken goed samen over de grenzen heen. Zo is er een internationale adviescommissie die zich bezighoudt met alle grensoverschrijdende kwesties en problemen. Veel organisaties en mensen werken nu aan een goede grensoverschrijdende gemeenschap. Dinxperwick ziet zichzelf graag als een proeftuin voor Europa.

Grenslandmuseum: Verhalen van een gedeelde geschiedenis
Het Grenslandmuseum in Dinxperlo vertelt de verhalen over het leven aan de grens en draagt bij aan het denken en uitwisselen over de unieke ligging aan de grens en de geschiedenis van beide dorpen. Het museum biedt de mogelijkheid om diverse facetten van de landsgrens en het samenleven op de grens te laten zien en te beleven. Zo wordt ook aandacht besteed aan de opvang door de inwoners van de dwangarbeiders die na de razzia van Rotterdam in het werkkamp Kamp Rees zwaar werk verrichten.

De ‘Noaberbank’

De ‘Noaberbank’

De prikkeldraadversperring op de grens

De prikkeldraadversperring op de grens