Dick en Jacob Fries

(Aalten, 1924 en 1923)

leden 1ste compagnie DNB

Broers in het verzet

Dick Fries groeit op in Aalten en duikt tijdens de oorlog onder om te voorkomen dat hij voor de Duitsers moet werken. Zijn broer Jacob is al actief in het verzet, maar Dick mag niet meedoen van zijn moeder. In maart 1945 raakt hij bedolven onder puin na een bombardement, maar Jacob weet hem te redden.

Na de bevrijding sluit Dick zich aan bij de Binnenlandse Strijdkrachten en vervolgens bij het Dutch National Battalion. Hij helpt bij de bevrijding van Nederland en blijft daarna in militaire dienst. Tijdens een oefening met explosieven in 1946 raakt hij door een granaatexplosie blind. Na een lange revalidatie begint hij een sigarenwinkel in Aalten, onder zijn vaste klanten telt hij vele oud-strijdmakkers. De zaak floreert als hofleverancier van Prins Bernhard.

Jacob Fries raakt al vroeg betrokken bij het verzet. Hij begint met sabotage en groeit uit tot een belangrijke figuur. Hij regelt voedsel en bonkaarten voor onderduikers, waaronder de Joodse Nita Waisvisz, die als Anita Visser de oorlog overleeft. Als lid van de Binnenlandse Strijdkrachten zorgt hij voor wapendroppings en helpt hij Duitse deserteurs onder te duiken.

In maart 1945 redt hij zijn broer Dick en een verzetsmakker uit het puin na een bombardement. Kort na de bevrijding sluit hij zich met Dick aan bij het Dutch National Battalion. Na de oorlog trouwt Jacob met Dien Heinen en leeft hij een teruggetrokken leven.

Beide broers hebben met moed en daadkracht bijgedragen aan de vrijheid van Nederland.

Dick Fries

Jacob Fries