David Engers

(Amsterdam, 1909)

staf DNB

Joodse Amsterdammer staflid DNB

David en zijn vrouw ervaren in Amsterdam het toenemende schrikbewind van de nazi’s. Vanaf 1942 mag hij als Jood het autobedrijf van zijn vader niet meer voeren.

Door de razzia’s zijn ze bang en wanhopig. Ze zien geen andere uitweg dan de gaskraan open te zetten en er samen een eind aan te maken. Ze worden gevonden en David overleeft na opname in het Westergasthuis. Hij wordt geholpen aan een onderduikplek in Varsseveld via dominee Knottnerus. De pastorie is een haard van verzet waaraan ook David actief gaat deelnemen. Hij komt daarna in huis bij de verzetsfamilie Sellink in Aalten, waar hij zijn verzetswerk voortzet onder de schuilnaam Ketelaar. Sellink is het hoofdkwartier van Bob Krul, kwartiermaker van Gewest 5 BS en rechterhand van BS-commandant Van den Wall Bake. Ook zit hier verzetsman Wim Leuverink ondergedoken. Zij treden toe tot de staf DNB en ondersteunen Bob Krul, die commandant van het DNB is geworden.

Na de bevrijding hoort David wat er met zijn familieleden is gebeurd. Zijn vader is in mei 1943 in Sobibor vermoord en zijn moeder in januari 1945 in Auschwitz. Ook zijn zussen Hanna en Alida sterven in Auschwitz, evenals zijn zwager David Leezer. Zijn broer Sander is vermoord in Sobibor. Ook broer Salomon met vrouw Klara en vijf kinderen komen om in Poolse kampen.

David Engers trouwt in juni 1945 met Trientje Haverkamp. Tussen 1947 en 1952 worden drie levenloze kinderen geboren. Ze wonen in Amersfoort waar David zijn beroep van autohandelaar uitoefent.

David Engers overlijdt op 26 januari 1976 in Bussum.

David Engers