Bob Krul

(Rotterdam, 1914)

commandant DNB

Strijdbaar en onbetwist leiderschap

Bob Krul, geboren op 8 april 1914 in Rotterdam, groeit op in Arnhem. In 1939 wordt hij gemobiliseerd en leidt grensdepartementen rond Winterswijk, Aalten en Dinxperlo. Tijdens de oorlog sluit hij zich aan bij de Raad van Verzet en de Binnenlandse Strijdkrachten.

In 1940 vecht Krul op de Grebbeberg en in Rotterdam, maar weet krijgsgevangenschap te ontlopen door onder te duiken in Arnhem. Hij richt daar met dominee Groenewegen en overste Schuurmans de Oranjewacht op. Later wordt hij opgepakt, maar ontsnapt dankzij vervalste papieren waaronder een persoonsbewijs als predikant.

Hij is district-commandant Achterhoek BS, duikt onder in Lintelo en heeft zijn hoofdkwartier bij de familie Sellink, waar hij met Cees van Beem en Jan Tinge afstemt, en met Wim Leuverink en David Engers die bij Sellink zijn ondergedoken.

Krul onderhoudt radiocontact met Londen, geeft inlichtingen door aan de geallieerden en helpt piloten ontsnappen. Hij werkt samen met Gerrit Klein Entink en staat in verbinding met geheime telefoonnetwerken (spionagegroepen Albrecht en Rolls Royce).

Na de bevrijding van Aalten wordt hij commandant van het Dutch National Battalion. Het bataljon wordt op 12 juli 1945 ontbonden en omgezet naar het Nederlandse leger, waarna Krul het opruimen van mijnen leidt. In 1947 verlaat hij het leger.

Krul zwijgt 37 jaar over zijn verzetswerk, maar in 1983 geeft hij een interview waarin hij zijn rol als DNB-commandant onthult. Bob Krul overlijdt in Arnhem op 29 oktober 2003.

Bob Krul