Woordwolk van Vrijheid

Een woordwolk lijkt op het eerste gezicht een leuk plaatje, gemaakt van losse woorden uit een willekeurige tekst. Maar een woordwolk is meer. De grootte van de woorden zegt iets hoe vaak een woord in een tekst is gebruikt.

Onze woordwolk is ontstaan uit de prijsvraag ‘Wat betekent vrijheid voor jou?’ We vroegen inwoners van de Achterhoek, Liemers en de Duitse grensstreek om hun gevoel van vrijheid te verwoorden, tekenen of fotograferen.

Wist je dat je met de woordwolk een mooi spel kunt spelen? Welke gedachten komen bij jou op bij een bepaald woord uit de woordwolk? Welke ideeën krijgen, welke vragen ontstaan er? Zie hieronder enkele tips om met de woordwolk aan de slag te gaan.

Een woordwolk bestaande uit woorden die associëren met Vrijheid

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Jij alleen

Ga voor de woordwolk zitten en prik (met een speld of zo) blind op de woordwolk. Het woord dat je geprikt hebt, breng je in verband met het woord Vrijheid, door een antwoord te formuleren op de vraag: ‘Welke verband heeft het geprikte woord met Vrijheid?’

Bijvoorbeeld: Je prikte op ‘grenzen’. Dan vraag je jezelf af wat Vrijheid met grenzen te maken heeft. De kunst is het dan om je gedachten te laten stromen. Dat je probeert te onthouden welke gedachten allemaal langs vliegen. En wees alert! Ze schieten heel snel langs. Het zal ongetrainde mensen wat tijd en oefening kosten om al die gedachtes vast te houden. Ook als je alleen werkt. Schrijf anders snel wat steekwoorden over die gedachtes op.

Bijvoorbeeld: Vrijheid is begrensd. Zonder grenzen geen gevoel van vrijheid. Er zijn landen zonder vrijheid. Vrijheid moet je veroveren. Etc etc.

Elk van die langsflitsende gedachtes kun je uitwerken tot uitgebreide verhalen en ideeën over Vrijheid. Het zal je verbazen hoe snel je went aan deze snelle manier van bij elkaar rapen van eerste ideeën.

Met zijn tweeën (1)

Leg de woordwolk tussen jullie in. Om de beurt wijs je een woord aan en vraag je de ander wat het verband is tussen dat woord en Vrijheid. Het is natuurlijk het spannendst om woorden aan te wijzen waar je zelf zo 1, 2, 3, geen oplossing voor hebt, zoals ‘mist’ of ‘bejegend’. Ook hier geldt: houd je eerste gedachtes in de gaten. Want die kloppen.

Eerst komt het vermoeden van een verbinding, daarna komt het verhaal.

Dus, bijvoorbeeld, bij het woord ‘bejegend’ (wat een vervoeging is van ‘bejegenen’ wat ‘tegemoet treden’ betekent) zou het kunnen dat je denkt aan hoe moeilijk het soms is om op mensen af te stappen die je niet kent. Daar is een zekere vrijheid voor nodig. Voel je die vrijheid of niet? En hoe komt dat? Heb je dat wel eens meegemaakt? Nou ja, weer genoeg stof om over te hebben. Ook al daag je elkaar een beetje uit met deze vorm, het is vooral nieuwsgierigheid die hier leidend moet zijn.

Met zijn tweeën (2)

Een stapje verder. Opnieuw is het degene tegenover je die voor jou woorden aanwijst. Maar nu niet één woord, maar twee! En vrijheid blijft het basiswoord. Nu wordt het wat dieper nadenken en wellicht ook wat construeren.

Voorbeeld: Je krijgt de woorden ‘dragen’ en ‘anoniem’ voorgeschoteld. Die moet je verbinden aan elkaar en aan ‘Vrijheid’. Vaak komen hier de eerste verhalen naar boven. Je moet denken aan de Tweede Wereldoorlog. Dat jonge mensen in het verzet zware taken kregen uit te voeren. Of je denkt aan gezinnen die moeten vluchten en elkaar letterlijk moeten dragen om over een rivier te komen.

Het is wonderbaarlijk te zien dat er (bijna) altijd een oplossing te verzinnen is. En als het jou niet lukt, dat je er dan samen wel uitkomt.

Overigens: deze manieren zijn ook heel goed om met je kinderen te doen.

In de klas (1)

Wanneer een grote print van de woordwolk permanent in de klas aanwezig is, zullen kinderen steeds oplossingen verzinnen voor nieuwe combinaties van woorden. Daar hoef je als docent niets voor te doen. Hoogstens af en toe vragen wie een oplossing voor een bijzondere combinatie van woorden heeft gevonden. Daarna is het eenvoudig daarover een klassengesprek te hebben en je zult zien, de klas loopt er mee weg. Want eigenlijk is de woordwolk een zee van raadseltjes. Wel bijzondere raadsels, want ze gaan allemaal over zoiets groots als Vrijheid. Het is daarbij goed om je te realiseren, dat je aan het filosoferen bent met kinderen. Daarin bestaat geen ultieme waarheid. Integendeel, na het vastzetten van een gedachte als De Waarheid stopt al het vrije denken.

In de klas (2)

In groepjes van 3 of 4 kinderen. Elk groepje krijgt van de leerkracht of van een ander groepje DRIE woorden op. Bijvoorbeeld ‘medicijnen’, ‘spreken’ en ‘vakantie’. Elk groepje verzint een verhaal over deze drie woorden en ‘Vrijheid’.

Dat verhaal wordt dan verteld aan de klas maar kan ook gespeeld worden in een scène die voor de klas wordt opgevoerd!

Nota Bene: Hiervoor moeten de kinderen wel al wat getraind zijn in het associëren. Maar daar is niks mis mee. Train ze, het is een vaardigheid waar ze hun hele leven plezier aan gaan beleven.

Voor meer ideeën en inspiratie: info@theaterdokter.nl