De ontsnapping van Gerrit Hoopman
Gerrit Hoopman ontsnapt tijdens razzia dankzij kap en cape van Scheveningse evacué
De Duitse bezetters weten dat de kerken in Aalten op zondag zeer vol zitten, ook met jonge mannen en onderduikers die zich onttrekken aan de arbeidsinzet of niet terugkeren van verlof.
Zondag 30 januari 1944 vindt onverwacht een razzia plaats op twee kerken. De gereformeerde Westerkerk in Aalten wordt door SS-ers omsingeld. Binnen proberen enkele onderduikers tevergeefs zich te verstoppen of langs het orgel te ontsnappen.
De kerkgangers moeten hun persoonsbewijs tonen en jonge mannen in de leeftijd van 19 tot en met 23 jaar worden vastgehouden. De negentienjarig Gerrit Hoopman krijgt van evacué mevrouw Visser-Taal uit Scheveningen haar overrok, schouderdoek en kap met hoofdijzer.
Hij gaat samen met de vrouwen gearmd de kerk uit en ontsnapt op deze manier in klederdracht. In de Westerkerk worden 42 mannen aangehouden en in de Oosterkerk zes mannen. Ze worden naar Arnhem gebracht voor verhoor en daarna naar kamp Amersfoort of het Oranjehotel in Scheveningen. Daarna moeten ze in Duitsland werken of komen ze in strafkampen terecht. Een aantal van hen overleeft dit niet.
De kap was opgenomen in de landelijke expositie ‘De Tweede wereldoorlog in 100 voorwerpen’ in de Kunsthal 2014.